Citroenpitten kan je heel makkelijk laten groeien tot prachtige citroenbomen. Dit kan met behulp van een vochtig velletje keukenrol en een zipzakje of door het direct in de potgrond te laten ontkiemen. In dit artikel leg ik stap voor stap uit hoe je per manier een citroenpit kan ontkiemen en kan laten groeien tot een citroenplant.

Wat heb je nodig voor het kweken van een citroenplant?

Allereerst is het belangrijk dat je biologische citroenen in huis haalt. Deze citroenen zijn niet blootgesteld aan allemaal verschillende pesticiden waardoor de overlevingskans van deze zaadjes veel groter is. Bovendien is mijn ervaring dat sommige niet-biologische citroenen pitloos zijn, die kunnen dus de boom in! Een optie is bijvoorbeeld de Meyer-citroen. Dit is eigenlijk een kruising tussen een sinaasappel en een citroen. Het zijn relatief zoete citroenen waarvan de plant ook het hele jaar door bloemen kan produceren.

Voor de eerste methode heb je naast biologische citroenen nog het volgende nodig: een plastic zipzakje, keukenrol, een pincet, wat standaard potgrond, liefst een terracotta potje met een of meerdere gaatjes onderin en het liefste een schaaltje voor eronder.

Voor de tweede methode heb je naast biologische citroenen nog het volgende nodig: plastic folie, groot elastiekje, een satéprikker, wat goed doorlatende gepasteuriseerde potgrond, en een potje. Het liefst een terracotta potje met een of meerdere gaatjes onderin en een schaaltje voor eronder.

Hoe kan je citroenpitten ontkiemen met een zipzakje?

Het ontkiemen met behulp van de eerste handelswijze leg ik hieronder uit.

<Video>

Bij deze nogmaals het ontkiemen per stap uitgelegd.

1. Snijd een citroen doormidden en haal de pitten eruit. Het liefst minimaal vijf, want ze ontkiemen niet altijd allemaal. Hoe dikker hoe beter, als ze er verschrompeld uit zien gaan ze waarschijnlijk niet uitkomen.
2. Was de citroenpitten totdat het glibberige laagje eraf is. Je kan dit zuur er ook afsabbelen totdat ze niet meer glibberig zijn. Dit laagje bevat namelijk suikers die ervoor kunnen zorgen dat de pit gaat beschimmelen.
3. Verwijder voorzichtig de zaadhuid met een pincet.
4. Leg de zaadjes op een velletje keukenrol en maak deze goed vochtig.
5. Doe het velletje keukenrol met de zaadjes in een plastic zipzakje. Sluit het zakje af en leg deze op een warme plek, liefst op een zonnige plek.
6. Controleer regelmatig of er geen schimmel op je pitjes zit. Als het velletje groen, gelig of zelf zwart wordt de kans op schimmel groter. Mocht er schimmel op zitten kan je het beste de zaadjes afspoelen en in een nieuw vochtig velletje keukenrol doen.
7. Indien de zaadjes na twee weken duidelijk zichtbare wortels hebben gemaakt kun je deze gaan planten. Vul een terracotta potje met standaard potgrond. Steek in het midden het topje van je pink in de aarde. Leg het zaadje met de wortel naar beneden in het ondiepe kuiltje en strooi hier wat aarde overheen. Maak de grond goed vochtig.
8. Geef de plant twee tot drie keer per week water. Citroenplantjes houden heel erg van water zolang het overtollige water maar weg kan, anders kan je plant gaan rotten. Als je de grond dus altijd licht vochtig houdt zal je hier geen last van krijgen. Binnen een aantal dagen tot twee weken zullen de zaailingen uit de grond schieten.

Citroenpitten direct in de aarde ontkiemen.

Eveneens de tweede methode per stap uitgelegd. Deze methode is makkelijker. Je hoeft namelijk niet de zaadhuid eraf te halen, maar het ontkiemen duurt langer en de kans op slagen is kleiner.

1. Snijd een citroen doormidden en haal de pitten eruit. Het liefst minimaal vijf, want ze ontkiemen niet altijd allemaal. Hoe dikker hoe beter, als ze er verschrompeld uit zien gaan ze waarschijnlijk niet uitkomen.
2. Was de citroenpitten totdat het glibberige laagje eraf is. Je kan dit zuur er ook afsabbelen totdat ze niet meer glibberig zijn. Dit laagje bevat namelijk suikers die ervoor kunnen zorgen dat de pit gaat beschimmelen.
3. Laat de pit één dag voorweken in een glas lauw water. Hierdoor zal de pit sneller ontkiemen.
4. Neem een terracotta potje met een of meerdere gaten onderin. Vul het potje met goed doorlatende potgrond tot zo’n 2 a 3 centimeter onder de rand. Doe hier water bij en meng tot met de hand tot het overal vochtig maar niet drassig is. Steek in het midden het topje van je pink in de aarde. Leg het zaadje met het puntige uiteinde naar beneden in het ondiepe kuiltje en vul dit weer met aarde. Uit het puntige gedeelte zullen namelijk de wortels groeien. Maak de grond gelijkmatig vochtig.
5. Bedek de pot met plastic folie en doe een elastiekje om de rand van de pot om de folie strak te houden. Maak met een satéprikker enkele kleine gaatjes in de folie zodat de plant kan ademen.
6. Zet de terracotta pot op een warme plek neer met indirect zonlicht. De folie zal werken als een soort broeikas waardoor na het ontkiemen de plant zich snel zal ontwikkelen. Beter kan je de pot niet in direct zonlicht zetten, hierdoor kunnen de nog jonge zaailingen ‘gekookt’ worden. De ideale temperatuur hiervoor is zo’n 20-28°C. Zolang licht vochtig blijft.
7. Controleer regelmatig of de grond niet uitdroogt. Maak anders de grond weer vochtig. Zolang je condens ziet zal het vochtig genoeg zijn.
8. Na zo’n twee weken zal de zaailing boven de grond moeten komen en kan je het potje op een zonnige plek zetten. Hou wel altijd de grond vochtig.

Wil je meer weten over het onderhouden van een citroenplant?

Binnenkort komt er een artikel over de citroenboom